De (oude) Tour de France achterna, een reis vol autohistorie maar ook met veel mooie hotels, (veel) lekker eten en (nog meer) voortreffelijke wijnen. De start van deze reis, was in Beaune, waar sommige deelnemers helemaal in de juiste stemming aankwamen: ze hadden een omweg gemaakt langs Reims, om hun bolides te fotograferen tussen de vervallen, maar pas opgeschilderde pitboxen en tribunes van het oude circuit, waar je, als je heel goed luistert, nog steeds Bob Bondurant over het rechte stuk kunt horen daveren, in zijn Shelby Daytona Coupé, op weg naar het allereerste World Sportscar Championship voor de Amerikanen.
Het wagenpark van de deelnemers, voor het eerst bij elkaar in Beaune, mocht er overigens ook zijn, met als een van de topstukken een Ferrari F12 Berlinetta.
Vanzelfsprekend werden voor deze reis de routes gevolgd van de Tour de France Automobile, na Le Mans het Franse auto-evenement dat het meest tot de verbeelding spreekt, maar relatief onbekend is. De Tour de France was bestemd voor zowel sportauto’s als toerwagens, die in iets meer dan een week zo’n 6000 uitputtende en veeleisende kilometers kriskras door Frankrijk reden. Het routeboek van Great European Road Races leidde de deelnemers eerst naar Clermont-Ferrand, de startplaats van de laatste Gordon Bennet Cup Race. Hij werd in 1905 gereden op een 137 kilometer lang stratenparkoers door de Auvergne, een prachtig en uitdagend traject dat nog altijd volledig te rijden is. Na een overnachting in Chateau de Codignat werden de motoren gestart voor de klim naar de top van de Puy Mary en de bijbehorende Pas de Peyrol, die al meerdere malen als heuvelklim op het programma van de Tour de France Automobile gestaan.
De dag die daarop volgende droeg de bijnaam Le Jour de Mille Virages en daarvan was geen woord overdreven. Via de Causse de Méjean werd naar de Cevennen gereden, een gebied dat vandaag de dag nog geregeld voor de rallysport wordt gebruikt. Op de Col du Minier werd menige auto flink de sporen gegeven, maar dat stond niet in verhouding tot de Mont Ventoux: daar werden de GoPro’s gemonteerd, de handschoenen aangedaan en op de weg naar boven werd de achtervolging ingezet op de F12berlinetta van deelnemer Paul Buchrnhornen en de Jaguar F-type R van de organisatie. Het spreekt voor zich dat er tijdens het diner die avond gespreksstof te over was. Er stond echter nog veel meer moois te wachten: geweldige slingerwegen langs de indrukwekkende kloof Gorges du Verdon en daarna beroemde proeven uit de Monte Carlo Rally, zoals de Col de Bleine, de Col de Braus en de Col de Turini. Daarna werd de tocht naar Brescia ondernomen waar alle deelnemers zich konden vergapen aan het mooie autofeestje dat Mille Miglia heet.
Het was een gezellige reis, met zeer aangenaam gezelschap, veel petrol talk, veel mooie wegen, bijzondere hotels, lekker eten en goede wijnen. Nu even op de lijn letten en dan volgend jaar weer?